PUBLICATIES

WIE SCHRIJFT DIE BLIJFT

In de afgelopen jaren heb ik diverse boeken, artikelen en handreikingen geschreven. Ik vind het leuk om mijn eigen gedachten over een onderwerp te ordenen en anderen hiermee te inspireren. Hieronder een selectie van publicaties waarvan ik (co)auteur ben.

Risicoanalyses; Theorie en praktijk voor professionals in het publieke domein

In dit boek beschrijven we 38 methoden voor het uitvoeren van een risico­analyse. Een deel van de methodieken richt zich op sector- en omgevings­analyses, er zijn methoden waarbij de risico’s centraal staan en methodieken die de maat­regelen centraal stellen. Bij iedere methode benoemen we allereerst de grond­beginselen. Daarna beschrijven we hoe het betreffende model kan worden toegepast en geven we aan in welke situaties deze het best tot zijn recht komt. Bij de beschrijving van de praktijk­cases hebben actuele maatschap­pelijke dossiers en tot de verbeelding sprekende organisaties model gestaan, zoals de invoering van de OV-chipkaart, de bestrijding van criminaliteit en terrorisme, de problematiek van voortijdig school­verlaten en de paspoort­uitgifte door gemeenten.

N.I. Boer & E. Beekman | SDU | ISBN 978.90.12.12045.6

Prestaties afspreken doe je zo!; Lessen over outputsturing uit acht sectoren

In dit boek beschrijven we hoe overheden en ‘uitvoerders van publieke diensten’ prestatie­­afspraken kunnen vormgeven en prestaties kunnen meten. Daarbij staat de vraag centraal hoe de overheid ervoor kan zorgen dat de uitvoerende organisatie de door de politiek gewenste taak zo goed mogelijk uitvoert tegen een zo laag mogelijke prijs. Op basis van acht case­­beschrijvingen uit zeer uiteen­lopende sectoren (Politie, zorg, stads-en streekvervoer, ontwikkelings­­samen­werking, post, woning­­corporaties, parkeer­beheer en onderwijs) biedt dit boek hand­­reikingen voor overheden én uitvoerende organisaties. Het gaat hierbij om best practices, praktische proces­arrange­­menten en ontwerp­principes die behulp­zaam zijn bij de totstand­koming van de afspraken, bij de meting en monitoring van de prestaties en bij de interpretatie van de resultaten.

B. van Mill, N.I. Boer, G. van Velzen et al | Van Gorcum | ISBN 978.90.232.4446.2

Betekenisvol werk; 17 verhalen over betekenisvol werk

In deze verhalen­bundel vertellen 17 professionals uit het publieke domein over wat zij zo betekenisvol vinden aan hun werk en waarom. Ondanks de diversiteit van deze persoon­lijke verhalen, komen ze op een drietal factoren overeen. In een beschouwende inleiding leggen we uit hoe ‘iets doen voor een ander’, ‘ruimte geven aan eigen accenten’ en ‘het aanspreken van bekwaam­heden’ bepalend zijn voor betekenisvol werk. En hoe we dit kunnen koesteren door de werk­inhoud, de sociale omgeving en de organisatorische inrichting op een passende wijze vorm te geven. Met deze verhalen willen wij laten zien hoe belangrijk het is om de persoonlijke drijf­veren van professionals te koesteren en passende rand­voor­waarden te bieden waarbinnen zij hun werk betekenisvol kunnen doen. Betekenisvol werk draagt bij aan gemotiveerde professionals, waardoor ze beter presteren en het verschil kunnen maken in de samenleving.

N.I. Boer, M. Dingemans & C. Hendriks | CAOP

Zo doen we dat hier; Bestuurders over het stimuleren van integriteit

In deel één van dit boek beschrijven we de weer­barstige praktijk van integriteit bezien vanuit het perspectief van bestuurders van organisaties met een publieke taak. Vervolgens reflecteren in deel twee twaalf ervaren bestuurders op hoe zij binnen de sectoren onderwijs, zorg, openbaar bestuur, corporaties en financiële instellingen invulling geven aan integriteit in de praktijk. Op basis van deze persoonlijke verhalen identificeren wij in deel drie zeven krachten die onmisbaar blijken om integer gedrag binnen organisaties te stimuleren: de kracht van verbinding, vertrouwen, mores­prudentie, dialoog, transparantie, het goede voorbeeld en de kracht van volharding. Maar tegenover deze krachten bestaat ook een zevental krachten dat eveneens nastrevens­waardig is, maar wel contra­productief (kan) inwerken op integer handelen. Daarom benoemen we ook concrete valkuilen die bestuurders in de dagelijkse praktijk moeten zien te vermijden.

N.I. Boer & A.J. Stam | Stichting Berenschot Fundatie | ISBN 978.94.90314.18.7

Waardig organiseren! Een pleidooi voor een passende balans tussen excelleren, ethiek en engagement

In dit white paper houden we een pleidooi voor een passende(re) balans tussen excelleren, engagement en ethiek. We beschrijven hoe de optelsom van stakeholders­tevredenheid de prestaties van organisaties bepaalt (‘excelleren’). Om goed te kunnen presteren is het derhalve van belang om als organisatie met hen in verbinding te zijn om zo duidelijk te weten waar zij behoefte aan hebben (‘engagement’). Vervolgens onderscheiden we drie domeinen van wat goed is en wat slecht (persoonlijke, professionele en publieke ethiek) en drie vormen van moreel redeneren (gevolgen, beginselen en deugden ethiek). Cruciaal bij het zoeken naar een passende balans tussen excelleren, engagement en ethiek is het wegnemen van de incongruenties tussen prestaties, gedrag, normen en waarden. We geven aan waarom waardig organiseren juist nu van belang is en hoe de economische rationaliteit ons in de weg zit. Op basis van de aangereikte bouwstenen, besluiten we met een stappen­plan om zelf met waardig organiseren aan de slag te gaan.

N.I. Boer, A.J. Stam & J. de Kock | Berenschot

Samen werken aan perspectief; de volgende stap in duurzaam ontwikkelen

In dit boek zetten we uiteen hoe duur­zaam ontwikkelen een bijdrage kan leveren aan het bieden van perspectief. In het inleidende hoofd­stuk beschrijven we waarom duurzaam ontwikkelen belangrijker wordt, maar niet altijd vanzelf­sprekend is. Vervolgens presenteren we in het tweede hoofdstuk onze visie op duurzaam ontwikkelen. We maken onderscheid tussen professionaliseren, wendbaar zijn en mobiel zijn en hebben oog voor de gedrags­componenten weten, willen en kunnen die daarbij komen kijken. In hoofdstuk drie werken we uit hoe duurzaam ontwikkelen kan worden gestimuleerd op individueel, organisatie, regionaal en nationaal niveau. En dat juist de mate van verbinding en samen­hang tussen deze niveaus het uiteindelijke succes bepalen. In het laatste hoofdstuk beschrijven we aan de hand van drie concrete voorbeelden uit verschillende sectoren hoe deze visie in de praktijk kan worden toegepast.

N.I. Boer, M. van der Meer, M. Stuivenberg & H. Timmerman | CAOP

Naar een veerkrachtige relatie tussen burger en overheid: Handelings­perspectieven voor de publieke professional

In dit boekhoofdstuk benoemen we diverse oorzaken van onbehagen tussen burgers en publieke professionals. Dit onbehagen komt voor een belangrijk deel voort uit een aantal misfits of incongruenties op sociaal, organisatorisch en maat­schappelijk niveau tussen wat burgers en publieke professionals belangrijk vinden en de werkelijk­heid zoals zij die ervaren. We gaan op deze incongruenties in en richten ons op een drietal handelings­perspectieven dat nodig is om deze incongruenties te verkleinen (ontwikkelen van andere competenties, burgergericht organiseren en ontwikkelen van een gedeeld referentie­kader). We betogen vervolgens dat elk van deze drie handelings­perspectieven weliswaar noodzakelijk is, maar dat het succes hiervan afhangt van de ‘betekenis­gevende oriëntatie’ waarmee professionals hieraan invulling geven (rationeel, sociaal, zelf referentieel en open). Tot slot expliciteren we waar de publieke professional, de publieke manager en de politiek/ samen­leving aan zet is.

C. Hendriks & N.I. Boer | In: #WOEST; De kracht van verontwaardiging (S.L. de Lange & J. Zuure)| Amsterdam University Press | blz. 288-302 | ISBN 9.789462.989313

Naar een motiverende samenwerkingsrelatie tussen publieke professionals en burgers

In dit boekhoofdstuk benoemen we diverse oorzaken van onbehagen tussen burgers en publieke professionals. Dit onbehagen komt voor een belangrijk deel voort uit een aantal misfits of incongruenties op sociaal, organisatorisch en maat­schappelijk niveau tussen wat burgers en publieke professionals belangrijk vinden en de werkelijk­heid zoals zij die ervaren. We gaan op deze incongruenties in en richten ons op een drietal handelings­perspectieven dat nodig is om deze incongruenties te verkleinen (ontwikkelen van andere competenties, burgergericht organiseren en ontwikkelen van een gedeeld referentie­kader). We betogen vervolgens dat elk van deze drie handelings­perspectieven weliswaar noodzakelijk is, maar dat het succes hiervan afhangt van de ‘betekenis­gevende oriëntatie’ waarmee professionals hieraan invulling geven (rationeel, sociaal, zelf referentieel en open). Tot slot expliciteren we waar de publieke professional, de publieke manager en de politiek/ samen­leving aan zet is.

N.I. Boer & C. Hendriks| In: Staat van de ambtelijke dienst: De motiverende overheid anno 2017 | blz. 155-166 | ISBN 978.94.90171.17.9

Met gevoel voor de samenleving; Handleiding burgerperspectief

In deze handleiding beschrijven we in het eerste hoofd­stuk wat een burger­perspectief is, waarom het belangrijk is voor beleids­ontwikkeling en waaruit de methode van het burger­perspectief bestaat. Hoofdstuk twee beschrijft de eerste stap: het signaleren van maatschappelijke problemen, het formuleren van beleids­doelen met onder­liggende veronder­stellingen en het expliciteren van eventuele spanningen tussen beide. In het volgende hoofdstuk gaan we in op het identificeren van de weder­zijdse rollen tussen overheid en burger, de bijbehorende typen en belangen en de eventuele spanningen die bestaan tussen rollen, typen en belangen. Hoofdstuk vier beschrijft de laatste stap om te komen tot onderzoeks­vragen wanneer er onvoldoende kennis aanwezig is en beleids­oplossingen die de spanningen opheffen.

N.I. Boer & D. de Groot | Ministerie BZK

De ontwikkeling van een Rijksbrede kennisagenda

In dit boekhoofdstuk blikken we terug op de uitdagingen van trans­disciplinaire samen­werking aan de hand van een pilot, waarin chief science officers en departementale kennis­coördinatoren van tien ministeries de Rijksbrede Kennis­agenda Online Samen­leving hebben opgesteld. Het doel van deze kennisagenda is om kennis­leemtes te expliciteren. Het gaat hierbij om de langetermijn­effecten van de online samen­leving op de manier waarop mensen wonen, werken, leren en samen­leven. De departementen hebben daarbij op verschillende manieren gebruik gemaakt van de kennis en expertise uit verschillende wetenschap­pelijke disciplines. Op basis van deze pilot formuleren we drie lessen voor trans­disciplinaire samen­werking: (1) het belang van het investeren in een duurzaam trans­disciplinair kennis­ecosysteem, (2) een dynamische creatie van bottom-up enthousiasme en top-down inbedding en (3) het financieren van interdepartementaal langetermijn­onderzoek.

N.I. Boer & A. Fischer | in: Wetenschap en overheidsbeleid; Een spanningsvolle relatie (F. van Ommeren et al) | Boom Bestuurskunde | blz. 237-250 | ISBN 978.94.6236.262.8

Knowledge sharing within organizations; a situated and relational perspective

Dit proefschrift heb ik geschreven ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ik heb onderzocht wat mensen motiveert om wel of niet kennis te delen binnen en tussen organisaties. Want zelfs in situaties waarin mensen weten dat ze kennis moeten delen, weten met wie ze dat moeten doen en daarbij niet worden gehinderd door communicatie­problemen (jargon, ICT e.d.), is het alles behalve vanzelfsprekend dat dit ook daad­werkelijk gebeurt. Vanuit de overtuiging dat kennis­delen een sociaal proces is dat plaatsvindt in een specifieke context heb ik vier fundamentele relationele modellen ontwikkeld die kunnen beschrijven en voorspellen waarom kennis wel of niet wordt gedeeld. Op basis van onderzoek bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) en het Natlab van Philips maak ik inzichtelijk hoe het veronderstelde relationele model (gemeenschaps­model, het autoriteits­model, het evenwichts­model en het markt­model) van iemand congruent moet zijn met het (impliciet veronderstelde) relationele model van bijvoorbeeld andere mensen, (communicatie)technologie en belonings­systemen.

N.I. Boer | Erasmus Research Institute of Management | ISBN 90.5892.068.0

Relational models for knowledge sharing behavior

In dit wetenschappelijke artikel verkennen we de relationele dimensie van kennisdelings­gedrag door een theoretisch raamwerk voor te stellen voor het bestuderen van kennis­deling binnen organisaties. Dit theoretisch kader is gebaseerd op Fiske’s Relational Models Theory (RMT). De RMT onderscheidt vier relationele modellen: gemeenschaps­model, autoriteits­model, gelijkheids­model en markt­model. We hebben twee case­study’s uitgevoerd en onderzocht hoe mensen verschillende relationele modellen gebruiken voor hun kennisdelings­activiteiten. Op basis van casestudy’s van een overheids­organisatie en een industriële onderzoeks­groep beschrijven we hoe de relationele context het kennisdelings­gedrag stuurt. We laten zien dat de bereid­heid om kennis te delen geworteld is in verschillende relationele modellen en dat mensen alleen kennis delen als ze dat doen op basis van overeen­komstige relationele modellen delen. Bovendien vindt effectieve kennis­deling plaats wanneer belonings­systemen en kennismanage­ment­systemen voldoende aansluiten bij de gebruikte relationele modellen.

N.I. Boer, H. Berends & P.J. van Baalen | European Management Journal | blz. 85-97 

The implications of different models of social relations for understanding knowledge sharing

 

N.I. Boer, P.J. van Baalen & K. Kumar | In: Organizations as knowledge systems: Knowledge, learning and dynamic capabilities (H. Tsoukas & N. Mylonopoulos)| blz. 130-153 | Palgrave Macmillan| ISBN 1.4039.1140.1

Relational dimension of knowledge sharing

 

N.I. Boer, P.J. van Baalen & K. Kumar |In: Support for knowledge sharing in communities (J.H.E. Andriessen, M. Soekijad & H.J. Kaesberry)| blz. 11-34 | ISBN 90.407.2333.8 

Business Challenge; Leidraad voor het schrijven van een ondernemingsplan

In dit boek beschrijven we alle bouw­stenen waaruit een succesvol ondernemings­plan is opgebouwd. Startpunt is het strategisch plan, dat aangeeft wat een ondernemer wil bereiken (doel) en hoe (strategie). Vervolgens gaan we in op de omgevingsanalyse met de doelgroep(en) waar een onderneming zich op gaat richten en wat de relevante markt­partijen en stake­holders zijn. Dan beschrijven we waaruit een goed marketingplan bestaat, zoals de keuze voor verschillende product-markt combinaties met behulp van de 5 P’s en passende concurrentie­strategieën. Aan de hand van tien regels met betrekking tot het organiseren van het primaire proces, leggen we uit hoe een productieplan totstandkomt. In het hoofdstuk over het financiële plan geven we aan wat er nodig is voor een investerings­begroting, welke financierings­methoden er zijn en wat de ingrediënten zijn van een goede boekhouding. In het organisatieplan beschrijven we verschillende organisatie­structuren, de personeels­planning, verschillende rechts­vormen en overwegingen bij de vestigings­keuze. Tot slot staan we stil bij de evaluatie van de bijbehorende onzekerheden en risico’s.

N.I. Boer & I. Heijmink | Stichting Studenten Bedrijfscontacten

Strategische Kennis­agenda; Fundament voor meerjaren kennis­ontwikkeling en onderzoeks­programmering

In deze kennisagenda bieden we een ‘bril’ om naar arbeids­markt vraag­stukken te kijken. In deel één beschrijven we de vijf (traditionele) domeinen van arbeid: arbeidsmarkt, arbeids­verhoudingen, arbeids­voorwaarden, arbeids­organisatie en arbeids­omstandigheden. Deze vijf domeinen van arbeid staan onder invloed van allerlei trends in de samen­leving. Deel twee brengt deze korte- en langetermijn­ontwikkelingen in beeld binnen de clusters demografische, sociologische, politieke, economische en technologische ontwikkelingen. Door vervolgens de domeinen van arbeid en de clusters van ontwikkelingen bij elkaar te laten komen, ontstaat een beter zicht op de grote opgaven van onze tijd. In deel drie gaan we nader in op deze grote actuele opgaven en vraag­stukken die voor de komende jaren van belang zijn, zoals het herdefiniëren van de functie van arbeid, het balanceren tussen flexibiliteit en zekerheid, het benutten van de meerwaarde van diversiteit en het borgen van duurzame inzetbaarheid.

N.I. Boer, C. Hendriks & L. Spaans | CAOP

Arbeidsmarktagenda 2023; Aan het werk voor ouderen!

Deze arbeidsmarktagenda bevat een gezamenlijke visie op wat nodig is om de kwaliteit in de zorg voor ouderen te verbeteren. We beschrijven de landelijk bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt tussen de initiatief­nemers: ActiZ, BTN, CNV Zorg & Welzijn, FNV Zorg & Welzijn, MBO Raad, NVZ en het ministerie van VWS. Vervolgens staan we stil bij de uitdagingen voor de zorg voor ouderen die daarmee gepaard gaan. Tot slot benoemen we elf concrete actielijnen om deze uitdagingen het hoofd te bieden.

M. Riet & N.I. Boer | Bestuurlijke regiegroep

Minder denken, meer doen?

In dit boekhoofdstuk reflecteren we op een normatieve tendens waarbij mensen overtuigd zijn (geraakt) dat doen béter is dan denken. Minder beleids­ambtenaren (‘denkers’) en meer mensen in de uitvoering (‘doeners’). In ons betoog staan we stil bij het feit dat minder beleids­ambtenaren niet vanzelf resulteert in minder bureaucratie of minder beleid. En dat minder beleid ook niet vanzelf beter, uitvoerings­gerichter en slagvaardiger beleid betekent. Het inperken van de inzet van denkers vraagt paradoxaler­wijs ook eerst om een denkproces om nieuwe prioriteiten te stellen. We geven aan waarom het volledig loskoppelen van denken en doen buiten­gewoon vergaande en ongewenste consequenties heeft. We concluderen dat denken en doen altijd hand in hand dient te gaan. Denkers moeten meer oog krijgen voor de problemen van doeners en de doeners mogen soms best wat meer denken over de bredere context waarbinnen zij hun werk doen.

M. van Twist & N.I. Boer | In: Procesmanagement en profil: Jaarboek Berenschot Procesmanagement

Koetshuis Soelen
Achterstraat 9 K4
4011 EN  Zoelen

KvK nr:  86394169
Btw-id:  NL004240389B58
Bank:    NL52 KNAB 0504.8736.87

Copyright © 2024 Niels-Ingvar